Ish Ait Hamou leerde dansen in de straten van Vilvoorde, waar hij tot vandaag woont en werkt. Je kent hem als jurylid van het televisieprogramma So You Think You Can Dance en misschien ook van zijn debuutroman Hard Hart, maar al op zijn achttiende bedacht hij zijn eerste choreografie, voor Adidas dan nog wel. “Alles kan, zolang je in jezelf gelooft.”
Wanneer ben je beginnen dansen?
“De danscultuur was onbestaande in de straten van Vilvoorde. Vlakbij mijn ouderlijk huis had je veel voetbal- en basketbalclubs, dus dat waren mijn hobby’s. Tot ik op mijn twaalfde op MTV een videoclip van Run DMC zag. Toen ik de breakdancers met hun hoofd zag draaien op de grond wist ik: dat wil ik ook kunnen. Het oogde zo cool, een beetje bovennatuurlijk zelfs. En uiteraard wilde ik zelf zo’n superheld worden.”
Toch nam je geen lessen.
“Neen, want die waren er niet in de buurt. Wanneer ik ontdekte dat een oudere vriend van mij ook breakdanste met een andere vriend, begonnen we samen te dansen. We analyseerden de videoclips en imiteerden de bewegingen zo goed mogelijk. Doordat ik de minst ervaren was van de drie, heb ik enorm veel bijgeleerd van hen. Bovendien draaide het toen vooral om fun en beter worden. Pas met het ouder worden heb ik geleerd dat dansen ook meer kon zijn. Dat is heel geleidelijk en onbewust gekomen, samen met mijn evolutie als mens. Met de leeftijd kom je in aanraking met andere emoties en vriendschap krijgt een diepere betekenis.”
In augustus 2004, op je zeventiende, trok je naar Los Angeles. Waarom?
“Los Angeles is het mekka van de danscultuur. Wanneer een vriendin me vertelde dat er een uitwisselingsprogramma bestond om daar een jaar naar school te gaan, twijfelde ik geen seconde. Wel was ik uit het oog verloren dat Amerika groot is en dat waar ik verbleef heel ver was van het dansgebeuren. Toch heb ik er, doordat ik actief was in het basketbalteam, veel mensen leren kennen en keerde ik nog een paar keer terug, en dan wel om te dansen.”
Toen leerde je ook de Brusselse cabaretière Nawell Madani kennen, die je een baan als choreograaf bij Adidas bezorgde.
“Klopt, al heb ik me daar wat in gelogen. Mijn maatje Nawell had contacten met een agentschap dat voor Adidas werkte en wist dat het merk een choreograaf zocht voor de presentatie van de collecties. Ze stelde me bij het agentschap voor als een topchoreograaf die in Amerika had gewerkt, terwijl ik daar voor mijn studies was. (lacht) Maar goed, het agentschap geloofde in mij en ik kreeg de baan. Achttien was ik en ongelofelijk zenuwachtig, want ik had nog nooit zoiets groot gedaan. En al helemaal niet met dansers waarvoor ik zoveel respect en bewondering had. Met acht waren ze, en dan liepen er nog eens 18 modellen mee. Maar op een of andere manier is me dat gelukt. Het agentschap was tevreden en uiteindelijk hebben we bijna drie jaar samen gewerkt.”
Waar haal de je inspiratie om een idee tot een dans te kneden?
“Als je aandachtig en met een open geest door het leven stapt, kun je daar veel uithalen. Voor mij is alles interessant, de vraag is enkel wat je ermee doet. Als je te veel je focust legt op een ding, beperk je jezelf. Als ik iets zie of hoor dat me raakt of mijn aandacht roept, bijvoorbeeld een wagen die tegen een paal is gebotst, dan probeer ik het idee meteen te ontwikkelen. Kan ik niets goeds bedenken, dan laat ik het achter mij. Meestal kan ik er wel wat mee doen en bouw ik in mijn hoofd een verhaal op. Voor een dans laat ik me inspireren door de posities, bijvoorbeeld die van de wagen.”
Hoe verliep dat proces voor de kortfilm The Mechanic?
“Op het idee van The Mechanic ben ik gekomen in de wagen, om 3 uur ’s nachts op weg naar huis. Ik reed op een hoge brug en keek uit op de leegte van de stad. Die leegte trok me aan en deed me nadenken. Al gauw kwam ik uit bij het beeld van lopende mensen in een straat, net als wagens. Dieper in het schrijfproces, zocht ik metaforen. Zoals het feit dat een wagen wel een nuttig vervoersmiddel is, maar tegelijk ook kil en koud. Het brengt je van punt a naar b, maar zo mis je veel van het leven en de interactie met anderen. Dat was in Los Angeles helemaal anders, mensen praten daar meer met vreemden. Weet je, precies door die ervaring en mijn Marokkaanse roots, zie ik de verschillen tussen culturen. En aanvaard ik ze ook.”
Na je succesdebuut Hard hart ben je aan je tweede boek bezig. Dans je nog?
“Hoewel ik onlangs samen met Min Hee Bervoets de choreografieën heb bedacht voor de theaterproductie We are not People van Yves Ruth, werk ik de verhalen in mijn hoofd tegenwoordig vooral in boekenvorm uit. Wat natuurlijk ook maakt dat ik minder tijd heb om te sporten. Al heb ik mezelf beloofd om daar verandering in te brengen. Onlangs heb ik zelfs een spier in mijn rug verrekt door een kous uit mijn onderste lade te nemen (lacht). Om maar te zeggen: het is hoog tijd. Crossfit spreekt me wel aan en een vriend van mij heeft in de buurt een dansschool. Ik kijk ernaar uit om daar enkele uren goed te zweten voor ik aan mijn dag begin.”
Waar haal je de drive vandaan om te doen wat je doet?
“Door te bedenken dat ik elke dag de kans heb om beter te worden in wat ik doe. Momenteel werk ik aan mijn tweede boek, een avonturenverhaal en helemaal anders dan Hard Hart. Opnieuw een uitdaging, maar daar houd ik van. Ik kies er bewust voor om iets helemaal anders te doen. En net zoals in sport of het leven, moet ik zelf de stap zetten om die uitdaging aan te gaan. Waar ik de kracht daartoe haal? Omdat ik erin geloof. Als ik het niet geloof, wie dan wel? Zolang je het maar doet voor de juiste redenen. Wanneer je jezelf een goed gevoel kunt geven met wat je doet, blijf je verder gaan. En word je beter. En hoe beter je wordt, hoe groter de kans dat anderen je keuzes aanvaarden.”
Wie zijn je muzes?
“Mensen die hard werken en dingen doen die ik niet kan. Of waarvan ik denk dat ik ze niet kan. Inspirerende mensen vind ik ook buiten de artistieke wereld. Kijk maar naar mijn vader, die heeft elke dag in een staalfabriek gewerkt. Ik heb niet de discipline om dat te doen en bewonder hem daarvoor. Zo push ik ook mezelf verder om harder te werken en nog verder te gaan.”
Meer informatie over Ish vind je op zijn website, alles over het boek Hard hart lees je hier. Ish schitterde dit voorjaar ook in de #inmyelement-campagne van Timberland.
Fotocredits: © Timberland, Sien Josephine Teijssen