Ex-tienkamper en Olympisch atleet Hans van Alphen zette eind 2016 een punt achter zijn carrière, maar zit allesbehalve stil. Natural High Magazine polst naar wat hem kracht geeft, vandaag en vroeger.
#1 Geen kracht zonder mobiliteit
“Naast mijn technische trainingen voor de verscheidene disciplines, bracht ik als tienkamper veel tijd in de krachthonk door. Ik trainde vooral functioneel, goed voor een zo groot mogelijk bewegingstraject. Als ik mijn arm 130° kon draaien, had ik veel meer potentieel voor kracht en snelheid dan dat ik mijn arm maar tot 50° kon draaien. Kracht en mobiliteitstraining gaan dus perfect samen en versterken elkaar.”
“Sinds ik gestopt ben als topsporter kwam ook aan mijn ritme van 10 trainingen per week een einde. Eerlijk? Hoe ik mezelf kon motiveren om te blijven bewegen was wel een zoektocht. Vandaar dat ik dit jaar de marathon van New York ga lopen.”
“Vaak is het wat puzzelen met mijn agenda, maar ik haal enorm veel plezier uit mijn looptrainingen. Ik woon op 300 meter van een natuurgebied in de buurt van Hasselt en buiten lopen helpt mij mentaal ongelofelijk ontspannen. Al blijft die befaamde runners high tot nu toe uit, vooral mijn doel drijft me. Na mijn marathon wil ik ook terug een tweetal krachttrainingen per week inplannen.”
#2 Geen kracht zonder rust
“Voldoende rusten is doorslaggevend als je kracht wil opbouwen, want dankzij rust herstellen je spieren na de training en word je sterker. Als topatleet ruste ik heel gestructureerd, zeker op stages. Na mijn voormiddagtraining van twee en half uur en de lunch, ruste ik na de middag in mijn bed. In de late namiddag deed ik dan de tweede training, waarna ik opnieuw at en rustte.”
“Als ex-topatleet is overdag rusten veel moeilijker en schaarser, zeker met een dochter van 4 jaar. Bovendien bewandel ik professioneel veel nieuwe wegen, waaronder personal training en de begeleiding van bedrijven met sporttrajecten. Verder behaalde ik ook mijn postgraduaat manuele therapie, als verlengde van mijn diploma kinesitherapie.”
#3 Geen kracht zonder krachtvoer
“Als atleet eet je heel functioneel en enkel in het kader van de training. Ik rekende uit hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten ik voor mijn training nodig had en was allesbehalve bekommerd om lekker eten. Mijn prestaties gingen voor op de smaak.”
“Nu eet ik gezond én smaakvol. Als ontbijt eet ik meestal een natuurlijke variant op yoghurt met fruit en granola of muesli. ’s Middags kies ik slaatjes of echt iets klassiek zoals een boterham. ’s Avonds kookt mijn vriendin, ze doet dat gelukkig heel goed en gevarieerd, van pasta tot vlees en vis. Als snack maak ik weleens bananenbrood. Al is dat eigenlijk meer een cake dan brood en eet ik dat razendsnel op.”
#4 Geen kracht zonder hard werken
“Natuurlijk heb je talent nodig in de topsport, maar ik heb er ook keihard voor gewerkt. Ik was vooral een heel constante tienkamper en had geen zwakke disciplines. De meeste tienkampers waren vooral steengoed in twee of drie nummers, maar verloren veel punten in de andere.”
“Na mijn hoogtepunt in 2012, wanneer ik het Belgische record scoorde op de Hypo-Meeting in Götzis en vierde werd tijdens de Olympische Spelen in Londen, ging ik vanaf 2013 achteruit door een zwaar enkelletsel. Het was het begin van drie harde jaren met weinig hoogtepunten. Gelukkig kon ik de moeilijke momenten op de training en mindere prestaties relativeren dankzij mijn dochter. Zo heb ik het toch nog drie jaar volgehouden. Mijn hoogtepunten werden dan persoonlijke records. Of ik bouwde kleine doelen in met één van de disciplines, zelfs al kwam ik in een aantal disciplines niet meer in de buurt van mijn topjaren.”
“De Olympische Spelen van Rio in 2016 betekenden sowieso het einde van mijn carrière, mijn lichaam was op. De keuze was simpel. Ofwel ging ik naar Rio en stopte ik daarna, ofwel haalde ik de kwalificaties niet en stopte ik evengoed. Jammer genoeg werd het laatste scenario realiteit.”
#5 Geen kracht zonder loslaten
“Mijn successen in 2012 verklaar je ook doordat ik meer en meer focuste op loslaten. Daarvoor was ik vooral bezig met techniek, bijvoorbeeld hoe ik de linkerarm draaide en rechtervoet steunde bij het polsstok springen. Ik dacht dus best veel na tijdens de wedstrijden. Sportpsycholoog Rudy Heylen leerde mij meer op mijn gevoel vertrouwen en het rationele overboord gooien.”
“Als je op de trainingen de beweging duizenden keren goed doet of de discus nooit buiten de sector gooit, waarom zou dat dan tijdens de wedstrijd mislukken? Het klinkt logisch, maar die knop omdraaien is voor iemand die graag nadenkt allesbehalve evident. Rudy gaf mij tips om mijn gedachten stop te zetten, zoals de dingen die ik hoorde of zag in detail benoemen.”
#6 Geen kracht zonder concurrenten
“Als tienkamper strijd je bovenal tegen jezelf, want jij weet welke tijd je wil lopen op de 100 meter, hoever je wil springen, enzovoort. Toch haalde ik veel kracht uit de onderlinge strijd met mijn collega-tienkampers, die ook een hele winter hadden getraind en voor goud gingen. Natuurlijk is die strijd bij tienkampers indirect. Als je in de middenmoot eindigt in de sprint, dan heb je nog steeds negen disciplines om dat in te halen en de tienkamp eventueel te winnen.”
“Naast de concurrentie zorgde ook de adrenaline ervoor dat ik het type atleet was dat uitblonk op wedstrijden. Adrenaline doet wonderen en de magie op een wedstrijd gaf me altijd een boost. Meestal presteerde ik tijdens de wedstrijd dan ook 10 à 15% beter dan tijdens de trainingen. Of ik die adrenaline ga missen? En of, de adrenaline tijdens een wedstrijd is uniek.”
Hans van Alphen lanceerde begin 2017 samen met Alpro een ontbijtgids boordevol tips en tricks voor een meer evenwichtig ontbijt. Meer lezen over een evenwichtig ontbijt? Klik door naar de website van Alpro.